Hoe plant en onderhoud ik een boom?
Hoe ver van de perceelsgrens mag ik mijn boom planten?
Hoe ver van de perceelsgrens mag ik mijn boom planten?
Je moet ervoor zorgen dat je boom op de correcte afstand van je perceelsgrens staat. In het Burg. Wetboek (Hoofdstuk drie, artikel 3.133 en 3.134), staan enkele duidelijke regels over planten in de buurt van de erfscheiding:
- Wanneer een boom minstens 2 meter hoog is, moet deze op twee meter van de scheiding staan. De afstand wordt berekend vanaf de kern van de boom tot aan de scheidingslijn.
- Voor alle andere bomen, struiken en hagen moet de afstand minstens 50 centimeter van de scheiding zijn.
Je mag dus je boom op 2 meter van de perceelsgrens planten, maar dit wil niet zeggen dat het altijd wenselijk is om dat te doen. Op deze afstand geplante bomen zullen, afhankelijk van de soort, tijdens hun groei over de perceelgrens gaan groeien met hun takken en wortels. Ook daarover spreekt het Burg Wetboek zich uit:
“Indien een eigenaar van beplantingen waarvan de takken of wortels doorschieten over de perceelsgrens, nalaat de doorschietende takken of wortels te verwijderen binnen zestig dagen na een ingebrekestelling per aangetekende zending van de nabuur, kan deze laatste eigenmachtig, op kosten van de eigenaar van de beplantingen, deze takken of wortels wegsnijden en zich toe-eigenen.”
Je kan dus best als richtlijn voor de afstand tot de perceelsgrens de afstand nemen die de helft is van de breedte van de kruin van een volgroeide boom. Zo kan je je boom op jouw perceel verzorgen en blijft eventuele overlast voor jouw buren omwille van wortelgroei of beschaduwing minimaal.
Wil je je boom toch op minder dan 2 meter van de perceelgrens planten? Vraag dan een akkoord van je buur. Hier kan je een document downloaden dat kan dienen als onderling akkoord met je buren.
Hoe plant ik een boom?
Hoe plant ik een boom?
Laden en transport van mijn boom
Als je de boom komt ophalen, probeer dan beschadigingen zoveel mogelijk te vermijden. De meest voorkomende beschadigingen zijn die aan de schors, door het optillen en door het schuren tegen de laadbak. Ook takbreuk is snel gebeurd.
Let op met de wortels. Dek ze goed af of wikkel er iets omheen want uitdroging is je vijand. Als je een jonge boom met een aanhangwagen naar huis rijdt zonder bescherming, is het grootste deel van de wortels uitgedroogd nog voor je thuiskomt. En een droge wortel is een dode wortel!
Het is aangewezen de boom op de dag van afhalen te planten. Lukt het toch pas de dag nadien? Dek de wortel goed af, liefst met vochtige jute, en plaats de wortels een paar uur voor het planten in een bak met water.
Wat is een goede plantput?
- Breedte: 2 à 3 x de breedte van de wortel of kluit. Zo maak je de omliggende grond goed doordringbaar voor de wortels.
- Diepte: 2 x zo diep als de hoogte van de wortel of kluit.
- Breek de wanden van de plantput met je spade. Anders bestaat de kans dat de wortels op de wanden afbuigen en krijg je het bloempoteffect waardoor de boom nooit stabiel wordt.
Een jonge boom heeft nood aan steun
Zet in het plantgat eerst een steunpaal van 2,50 m lengte, ongeveer 15 cm uit het midden in de zuidwestrichting. Je kan ook een steunpaal aankopen via Behaag Onze Kempen. Deze steunpalen hebben geen beschermingsmiddel nodig.
Planten
Ga na of er geen dikke wortels van de boom ingescheurd zijn bij het uitgraven op de kwekerij. Knip zulke wortels in tot waar ze gezond zijn (zuiver uiteinde), hetzelfde met beschadigde twijgjes.
Bepaal de diepte: Plant de boom zo dat de wortelaanzet boven de grond zichtbaar blijft, net als bij een volwassen boom. De wortelaanzet is de plek waar de stam van de boom overgaat in de wortels. De wortels mogen met andere woorden maar net bedekt worden met een dun laagje aarde.
Plant de boom zeker niet te diep. Hierdoor kan de hergroei sterk bemoeilijkt worden of kan de boom zelfs afsterven. Plant de boom liever te hoog dan te diep, zeker omdat hij nog wat kan nazakken na het planten.
Vul de plantput met kwaliteitsvolle teelaarde en druk deze aan.
Gebruik NOOIT mest of pure compost, die is niet verteerd. De boom zal verbranden en doodgaan.
Schud tijdens het planten af en toe met de boom en giet tussendoor een paar emmers water in de plantput. Op die manier worden de gaten tussen de wortels ook opgevuld met aarde.
Duw de aarde goed aan door er bovenop te trappelen maar zonder de wortels te beschadigen en geef de boom na het planten ongeveer een volle of een halve emmer water.
Bevestig een boomband aan de bovenkant van de boompaal en de stam in een 8-vorm zodat er bescherming is tussen de stam en de paal. Een oude fietsbinnenband kan dienst doen als boomband.
Snoeien of niet bij het planten?
Haarwortels zorgen voor de opname van vocht en mineralen. Het uit de grond halen van je boom in de kwekerij beschadigt deze haarwortels: 90 tot 95% blijft onvermijdelijk in de grond. De boom moet het dus doen met een zeer beperkt wortelgestel tijdens de eerste maanden.
In het uiteinde van de takken bevinden zich de opgeslagen suikers waarmee de boom nieuwe wortels zal maken voor de komende lente. Dit vergt heel wat energie en dus spreekt het voor zich dat we die takken beter niet snoeien.
Hoe verzorg ik mijn boom?
Hoe verzorg ik mijn boom?
De eerste jaren na de aanplant moet de boom water krijgen in de droge periodes tijdens het groeiseizoen. De eenvoudigste manier is een gietrand maken met een aarden walletje.
Als de boom in gras, gazon, berm of hooiland komt te staan, neem dan ook maatregelen om maaischade te vermijden, zowel door maaimachines als door bosmaaiers. Maaischade aan de stamvoet is één van de de voornaamste redenen dat jonge bomen het niet halen.