Hoe aanplanten?

Hoe dicht mogen bomen, struiken, hagen en fruitbomen tegen de perceelsrand staan?

Volgens het Nieuw Burgerlijk Wetboek moet een haag minimaal 0,5 meter van de perceelsrand verwijderd staan. Als de 2 buren echter schriftelijk akkoord zijn, mag ze op de perceelsrand staan. Onderhoudskosten worden dan gedeeld. Je mag, mits toestemming van je buur, van op zijn perceel de buitenzijde van je haag onderhouden (ladderrecht). Wil je een haag wilder laten groeien, plant dan verder van de perceelsgrens, vb. op 1,5 m of meer.

Bomen hoger dan 2 meter moeten minimaal 2 meter van de perceelsrand staan. Plant in praktijk houtkanten, solitaire bomen en hoogstamfruitbomen meer dan 4 meter van de rand gezien de straal van de volwassen kruin al gauw 5 à 7 meter kan bedragen voor bepaalde soorten. Te dicht bij de rand planten, zorgt ook voor veel meer snoeiwerk en bovendien op moeilijk bereikbare plaatsen. Een buur kan eisen dat de takken die over zijn perceel hangen afgezaagd worden, maar het is hem verboden die zelf zonder jouw toestemming af te zagen.

In sommige gemeenten bestaan plaatselijke verordeningen die de afstand anders regelen. Vraag naar de precieze wettelijke voorschriften in je gemeente bij de milieudienst.

Houtkanten en hagen zijn geen bos. Aanplant ervan behoeft in het kader van het Veldwetboek of het Bosdecreet dus geen vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen. Let wel op! De aanplanting mag dan wel niet altijd vergunningsplichtig zijn, eens de houtkant er staat, is een vergunning nodig om hem te verwijderen (natuurdecreet, gemeentelijke verordeningen).

Zijn de voorgestelde plantafstanden voor hagen en houtkanten niet wat ruim?

NEE. Ruime plantafstanden, bv. 3 plantjes per meter voor een geschoren haag, hebben een belangrijke meerwaarde. Je spaart heel wat geld uit als het om grote aanplantingen gaat. Bovendien krijgen de planten meer groeiruimte en vermindert de wortelconcurrentie. Hierdoor worden ze gezonder, ondervinden ze minder last van ziektes en plagen en leven ze langer. Het enige nadeel is dat de aanplanting wat meer tijd nodig heeft om dicht te groeien en dat je tijdens die eerste jaren meer onkruid moet wieden. Je koopt ook best enkele extra plantjes die je tijdelijk inkuilt. Met dat voorraadje kan je gaten die eventueel zouden ontstaan door afgestorven exemplaren opvullen. Een alternatief is ook dat je start met korte plantafstanden en na 3-4 jaar een gedeelte van de boompjes elimineert. Merk ook op dat de uiteindelijke dichtheid bij een haag meer afhangt van de snoeiwijze dan van de plantafstand.

Hebben de planten meststoffen nodig?

NEE. De planten zijn wilde soorten die, als je ze goed kiest (hoofdstuk 3), aangepast zijn aan de bodem van de streek en goed groeien zonder meststoffen. Wel kan men bij het planten wat goed verteerde compost met de grond in het plantgat mengen om het aanslaan van de wortels te vergemakkelijken.

Fruitbomen en kleinfruit zijn wel gebaat bij bemesting omdat ze jaarlijks veel energie in hun vruchten stoppen. Gebruik compost uit eigen tuin of GFT-compost of goed verteerde dierlijke mest vermengd met stro (uit de paardestal) of champignonmest.

Hebben de planten water nodig?

Op de dag dat je plant is overvloedig water gieten na het vullen van het plantgat zeker goed, dan spoelt de grond goed tegen de wortels aan. Bij een juiste soortenkeuze en een correcte planting moet het in principe al heel droog worden om het aanslaan van inheemse soorten te verhinderen, dus in de loop van het jaar gieten is normaal niet nodig.

Op droge gronden kan men het eerste jaar (indien mogelijk opgevangen regenwater en geen leidingwater) wel water geven. Als je water geeft, doe dat dan gericht: giet een beperkt aantal keren (zeker niet dagelijks) voldoende water tegen de stamvoetjes. Bij sproeien verdampt het meeste water vooraleer het de wortels bereikt, dat is zeer verspillend, vooral als het leidingwater is! Wacht niet tot de grond kurkdroog is, maar geef bij een dreigende lange droge periode preventief water.

Hebben de planten een steunpaal of een steundraad nodig?

Een pas verplante boom of struik heeft in verhouding tot zijn kruin weinig wortels, die zijn bij het verplanten immers afgeknipt of doorgestoken. Een plant gaat daarom de eerste jaren wiegen of zelfs zwiepen in de wind. Daardoor worden de jonge wortelscheutjes telkens losgerukt of stukgewreven tegen de bodemdeeltjes.

Hoogstamfruitbomen of groot plantsoen van bomen heeft hier veel last van. Geef zulk plantsoen een steunpaal!

Inheems bosplantgoed dat wij aanbieden voor hagen (60 tot 100cm), heeft geen steunpaal nodig als je correct plant. Wij verkopen compact plantsoen dat in verhouding tot de kruin nog zoveel mogelijk wortels heeft en zich vanzelf aanpast aan de wind.

Palen en draad doorheen een haag zetten is dus overbodig. Het kan best dat dit materieel meer kost dan het plantsoen voor de haag zelf.

Moet ik houtsnippers strooien om onkruid tegen te gaan?

Hakken is één manier om onkruid tegen te gaan. Je kan de bodem ook mulchen. Dit betekent: de bodem bedekken met een laag organisch materiaal. Gebruik je houtsnippers, houd de snippers dan boven de grond. Als de snippers in de bodem zitten, gebruiken schimmels stikstof uit de grond om de snippers te verteren. Zo blijft er in de grond minder stikstof over voor je planten. Bovengronds heb je dit probleem niet.